De woorden in de methode Glotti komen uit een gefundeerde woordenlijst met de allereerste Nederlandse woorden die jonge kinderen tenminste moeten kennen om een goede start te maken op de basisschool. Deze woorden geven voldoende gemeenschappelijke aanknopingspunten voor hun verdere woordenschatontwikkeling.
De Glotti mappen zijn bedoeld voor het eerste Nederlandse aanbod aan anderstalige peuters en kleuters bij binnenkomst in de voorschool of kleutergroep.
Alle 100 lesjes in deze 4 mappen zijn woordelijk uitgeschreven. Ze zijn kant-en-klaar voor gebruik. Het is de bedoeling om zo weinig mogelijk woorden te gebruiken. Door te veel woorden te gebruiken haken kinderen af. Het is uiterst vermoeiend om te luisteren naar een taal die je niet kent. Probeer maar eens naar een onbekende taal te luisteren. U hoort een brei van klanken, u heeft geen idee waar een woord begint of eindigt en de betekenis van al die klanken blijft ook nog heel lang een vraagteken. Zo vergaat het jonge kinderen ook. Vandaar dat u de woorden die u gebruikt, beperkt tot een minimum.
Natuurlijk blijft dat niet zo. Naarmate de kinderen meer woorden kennen, kunt u in langere zinnen gaan spreken. Het uiteindelijke doel is om de kinderen zo snel mogelijk op een niveau te brengen waarop ze mee kunnen doen met de groep.
Alle lesjes zijn zoveel mogelijk TPR (Total Physical Response) gemaakt. Dat wil zeggen dat de kinderen de taal ‘al doende’ leren. Er is altijd eerst de instructie van de leerkracht of assistent. Die bestaat uit voordoen van de handeling en het meerdere malen noemen van het woord. De kinderen voeren handelingen uit, en horen tegelijkertijd het bijbehorende woord. Nergens worden kinderen geforceerd om die woorden na te zeggen. De nadruk ligt op de passieve beheersing van het woord.
Op een basisschool in Amsterdam Zuidoost draaide de pilot in schooljaar 2021 –2022 in de groepen 1 en 2.
Bijkomend voordeel van deze aanpak is dat zowel leerkrachten als ondersteuners de woorden makkelijk in kleine groepjes (max. 4 kinderen) aan kunnen bieden. De lesjes zijn uitgeschreven en er is nauwelijks enige voorbereidingstijd nodig.
De assistenten gaven dagelijks de lesjes aan de kinderen.
Na afronding kenden de kinderen zoveel woorden dat ze aan konden sluiten bij de instructie van de leerkracht.
Door de dagelijkse gestructureerde aandacht voor de eerste woorden, integreren de kinderen sneller, begrijpen ze de instructies van de leerkrachten eerder en kunnen daardoor beter meedoen in de groep.